maandag 18 mei 2020

Familiegeschiedenis: William Henri Karel Nielo en de anonieme portretschilder


Vorig jaar postte ik een verhaal over de anonieme portretschilder die mijn betovergrootvader William Henri Karel Nielo (1830-1892) vereeuwigde. 
Ik schreef het schilderij toe aan een lokale Surinaamse kunstenaar. 
Navraag bij een familielid die het schilderij bezit leverde het volgende spannende verhaal. 
De eigenaar van het portret is een kleinzoon van Helena Wiljeane Nielo, een dochter van W.H.K. Nielo. Zij had het verhaal van haar vader gehoord en het later doorverteld aan haar kleinzoon.

De schilder was een uit het bagno van St. Laurent du Maronie in Frans Guyana gevluchte gevangene. Hij wilde anoniem blijven in Suriname en daarom is het schilderij niet gesigneerd. Hij zou tijdens de Franse Revolutie zijn verbannen naar Frans Guyana, waaruit hij uiteindelijk naar Suriname wist te ontkomen.
Tot zover het overgeleverde verhaal.

Dé Franse Revolutie was begonnen in 1789. Er werden in deze tijd politieke tegenstanders naar Frans Guyana verbannen. Voor de geschiedenis van het portret van mijn voorvader op middelbare leeftijd was dit iets te vroeg om de schilder in die revolutietijd te kunnen plaatsen.
Tussen 1830-1848 zijn er in Frankrijk nog twee revoluties geweest. 
Het Bagno zoals we dat nu kennen werd in 1852 opgericht door keizer Napoleon III.
De laatste grote revolutionaire opstand was de Commune van Paris in 1871. Communards diena het neerslaan van de opstand niet werden terechtgesteld, werden gedeporteerd naar Nieuw Caledonië in de Stille Oceaan.
Vanaf 1852 werden veel zware criminelen en politieke tegenstanders, met name anarchisten naar Frans Guyana verbannen. Velen probeerden naar Suriname te ontsnappen, sommigen overzee en anderen over de Marowijnerivier. Een levensgevaarlijke tocht. Degenen die de ontberingen en gevaren overleefd hadden en Paramaribo wisten te bereiken waren niet veilig. Als ze werden opgepakt gingen ze linea recta terug naar Frans Guyana.

De Marowijne rivier tussen Albina en Saint-Laurent
Bron: Google. Satellietopname
Hoe onze anonieme schilder de Marowijne is overgestoken zal altijd een vraag blijven. Saint-Laurent ligt tegenover Albina in Suriname. De rivier is daar heel breed en er staat een sterke stroming. Verder zwemmen er in het troebele water heel wat enge hapgrage beesten.  Zwemmend daar de rivier oversteken lijkt me toch wel een beetje onwaarschijnlijk. Maar niets is onmogelijk

Definitieve vaststelling Koloniale huishoudelijke begrotingn Suriname over het dienstjaar 1869
Handelingen der Tweede Kamer der Staten-Generaal Vol. 34 1354, 97e zitting 4 mei

Een uitgebreid artikel over leven in het bagno is verschenen in “De Gids” van 1905 : “Het bagno in Fransch Guyana”

Gestrand in de Marowijne


Toen ik nog in Suriname woonde gingen we soms met vakantie naar Albina. Een bezoekje aan de Franse kant hoorde er dan altijd bij. Soms gingen we zelfs op vakantie in Frans Guyana, door naar het bruisende ruimtevaartstadje Kourou of de hoofdstad Cayenne. 
Tijdens de vele overvaarten voeren we vlak langs een scheepswrak aan de Franse kant.

Foto van het wrak van Edith Cavell, gemaakt tussen 1967-1972.

Het is het wrak van het Britse vrachtschip "Edith Cavell" gezonken in eind november-begin december 1924.

Bron: www.delpher.nl
Bron: www.delpher.nl


Bron: www.delpher.nl


Bron: www.delpher.nl

Bron: www.delpher.nl



Het wrak van de "Edith Cavell" ligt nog steeds als een dichtbegroeid eiland voor Saint-Laurent.


Bron: Google. satellietopname

Bron: Google. satellietopname

dinsdag 12 mei 2020

Dromen van lekkere dingen op tafel

Op 10 mei 1940 begonnen vijf lange bange jaren voor het Nederlandse volk. De Duitse bezetting was begonnen.
Het Amsterdamse meisje Miepie Bogaers schreef ergens tussen 10 augustus 1942 en 5 maart 1943 de volgende ongedateerde tekst in het poëziealbum van haar vriendinnetje Thea:


"Lieve Thea

Thea dat het je altijd goed gaat.
En dat de boter afslaat.
Het brood 10 cent word zonder bon.
En dat je zo dik word als een ton.
Melk van de koe weer zo op tafel.
Weer thee en koffie met een slagroomwafel.
Weer vlees en vet en andere spullen…
He Thea wat zullen [we] dan weer smullen.
Maar nu twijfel ik aan mijn verstand.
Als we dat beleven heb je het gewon[n]en.

Miepie Bogaers"


Miepie Bogaers in het poëziealbum van haar vriendinnetje Thea:

In plaats van de gewoonlijke vrolijke albumplaatjes had Miepie overgeschoten distributiebonnen ingeplakt. De schaarste aan noodzakelijke eerste levensbehoeften werd veroorzaakt door de vorderingen door de bezetter. Wat voor de Nederlanders overbleef werd gerantsoeneerd en werd op inlevering van de bonnen verstrekt, of illegaal tegen hoge prijzen in de zwarthandel verkocht.
 Toen Miepie de wensen voor haar vriendinnetje opschreef was de hongerwinter nog ver weg.