Herinneringen aan een poplegende
Componist en pianist Franz Liszt (1811-1886) bezocht in 1843 Leiden.
Alexander Ver Huell (1822-1897), toentertijd student rechten in deze stad maakte een tekening van het enthousiaste publiek bij het logement van hun popidool.
Liszt in Leiden in 1843 (Coll. Ver Huell) |
Ver Huell schreef jaren later:
“In 1843 kwam Franz Liszt ook te Leiden. Wij gaven hem een feestje op de Sociëteit, en ik had het genoegen mij daar met hem te onderhouden, ook over de reis die hij kort te voren in’t gezelschap van George Sand maakte, waarvan “de Consuelo” de vrucht is, en Liszt zeide mij dat de wandelstok, die hij in de hand hield, nog een herinnering van zijn begaafde reisgezellin was. […] Liszt was dien avond zeer vrolijk, speelde kaart, deelde sigaren uit en vertoonde zelfs eenige nieuwe grappen. Met fakkels (ik teekende het) geleidden wij hem naar zijn logement, dat van Smidt bij de Witte Poort. Het concert ’t welk hij gaf in den schouwburg, maakte een onvergetelijke indruk. Het toneel hadden wij geheel met groen doen vercieren en tusschen bloemen het portret van den kunstenaar zelven geplaatst. Toen hij opkwam verzocht hij het publiek ’t Io-vivat te willen aanheffen, en naauwlijks waren de laatste toonen weggestorven- toen hij met eene geniale improvisatie op ons geliefde studentenlied inviel – nimmer heb ‘k hem beter hooren spelen dan dien avond. Vele jaren later zou ik hem weer in Rotterdam bij gelegenheid van een groot muziekfeest , waar in onder andere Formes, Pischek en Miss Dolbij zongen. In het gebouw van de Yacht club zeide hij mij “Zoo gij eens te Weijmar komt zal ik u toonen dat ik de snuifdoos der Leidsche studenten als een geliefde souvenir in eere houd.”
Alexander Ver Huell heeft zichzelf rechts van het midden van de tekening afgebeeld samen met zijn hond Bull.
Alexander Ver Huell heeft zichzelf rechts van het midden van de tekening afgebeeld samen met zijn hond Bull.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten