De systematische registratie van slaven en
gemanumitteerden in 1863 en voorgaande jaren is te vinden in diverse
archieven.
Namen van Surinaamse slavinnen en slaven in 1863 en
voorgaande jaren zijn te vinden in de volgende bronnen:
- Slavenregisters: Nederland had onder druk van Engeland
in 1814 de slavenhandel verboden (de slavernij bestond nog, maar de aanvoer van
slaven uit Afrika hield op). Om toezicht te houden op dit verbod en de slavensmokkel
tegen te gaan begon de overheid de slaven in Suriname te registreren. Vanaf
1826 werd er in Suriname een officieel slavenregister opgesteld. De
slavenregisters zijn alleen lokaal in Suriname te raadplegen.
- 1832-1863 Manumissieregisters (op internet teraadplegen)
- 1863 Emancipatiedatabase
(op internet te raadplegen)
Vóór de invoering van het slavenregister en het
manumissieregister kan men gegevens over de slavenbevolking vinden in: “Oude Kranten” : onder meer onder de zoekterm "brieven van vrijdom" : bijvoorbeeld
bij vertrek naar Nederland werd om vrijdom verzocht voor de slavin of slaaf die
met de meester meereisde. Verder zijn er advertenties en andere berichten
betreffende slaven.
Ook zijn er in vele huis- en familiearchieven gegevens
over plantages, waarvan men mede-eigenaar of aandeelhouder was. (zie
bijvoorbeeld www.archieven.nl)
Surinaamse plantages in het familiearchief Brantsen |
De volgende gegevens over slaven en slavinnen op de
plantages Vossenburg, ’t Eyland en Peperpot zijn gevonden in de archieven van de deftige Arnhemse regentenfamilie Brantsen en het Huis Verwolde.
Surinaamse plantages in het archief van het Huis Verwolde |
In deze archiefstukken zijn rekeningen en verslagen over
het beheer van de plantages aanwezig, waarin gegevens over de slavinnen en
slaven zijn te vinden. Geboorte, sterfte en gezondheidstoestand van de slavenbevolking waren van belang, want
van invloed op het kapitaal van de plantage.
Slavenwoningen, door Th. Bray, 1850 |
Ze stonden er
gekleurd op
De huidskleur van elke slavin en slaaf werd ook nog
uitdrukkelijk vermeld ; neger(in), mulat en caboeger.
In de kolonie hanteerde men een “verfijnd” systeem van
“rasvermening” naar verhouding blank-zwart en de daartussen liggende
kleurlingen
“De Kleurling-slaven zijn kinderen, door de
Blanken bij de zwarte slavinnen verwekt. Zulk een kind is een Mulat of eene
Mulattin. Wanneer een Mulat een kind bij eene Negerin verwekt, wordt de kleur
weder donkerder, en zulk een kind noemt men Karboeger.
Een Blanke, kinderen bij
eene Mulattin verwekkende, worden die kinderen Mistiesch genoemd; blank en
Mistiesch geeft Kastiesch; blank en Kastiesch, Poestiesch; en de kinderen, die
een Blanke bij eene Poestische verwekt, worden blanke Creolen genoemd. Doch ook
uit deze kinderen is het verduivelde Negerbloed (taal der oude Kolonisten) nog
niet geheel verdwenen.
Van alle slaven zijn de
Kleurling-slaven het ongelukkigste; deze, door Blanken en Zwarten als een tusschenras
beschouwde wezens, worden van beide kanten veracht en verstooten. In voeding en
kleeding heeft een' Kleurling het niets beter dan een' Neger-slaaf; hij is
zwakker en ziekelijker, en toch vordert men even veel en even zwaar werk van
hem…” (boek uit 1842)
Mulattin, 1850 door Th. Bray |
Bij de hieronder genoemde
mensen heb ik alleen de aanduiding mulat en caboeger erbij gelaten. De overigen
kregen de aanduiding neger of negerin
Slavennamen
0556 Huis Verwolde inventarisnummer 1430 betreft de plantages Peperpot en 't Eijland
1796-1797 Plantage Peperpot:
Overleden de volgende slaven
Adam, onder behandeling van de chirurgijn Kammel
Fortuijn aan waterzucht
Profit “subit overleeden”
August, oud aan de teering
Claas aan venerique zweren
Quasseba aan hartziekte
Sara, zuigeling
Werden geboren:
De mulattin Antoinette gekraamd van een Carboeger Jonge,
genaamd Christian
De mulattin Matras gekraamd van een Mistice Jonge,
genaamd Hermannus
De negerin Catharina gekraamd van twee negermeisjes,
genaamd Sara en Rebecca
1796 Plantage ’t Eijland Overleden:
Soldaat aan waterzucht
Affiba, “oud en afgeleeft”
Julij aan de mazelen
Cornelia aan de tering
Het meisje Africa aan de
jas
(Jas, Jaas, Jaws, Yaws: framboesia tropica)
1796 Plantage
’t Eijland Werden geboren:
Charlotta gekraamd van
een meisje genaamd Premiere
Missie gekraamd van een
jonge genaamd Welkom
1797 Plantage ’t Eijland Overleden:
Februarij aan hartziekte,
door het grond eten veroorzaakt
Quako aan de zwelziekte
Japan aan de klem
Maart aan de Jaas
November aan ’t grond
eeten
Adam aan de Jaas
De jonge Geluk was
mallinger (gebrekkig)
Het meisje Princes aan
stuipen
1797 Plantage ’t Eijland: Werden geboren:
Thiberias gekraamd van
een meisje genaamd Calista
Esther gekraamd van een
meisje genaamd Kaatje
Amba gekraamd van een
meisje genaamd Princes
Susanna gekraamd van een
meisje genaamd Christina
1835 verkoop Slaven Mon Tresor:
Kardinaal, delver gekocht voor de plantage het Eyland
Jacob, delver gekocht voor de plantage het Eyland
Kapitein, delver gekocht voor de plantage het Eyland
Slaven van de
rekening
0452 Familiearchief
Brantsen inventarisnummer 735 betreft onder andere de Plantage Vossenburg,
1851-1852. In de rekeningen kan men namen van slaven vinden.
In 1851 werden geboren:
Maurits 17-1-1851
Frans 16-3-1851
Caboegermeisje Trijntje
10-4-1851
Alijda 13-7-1851
Phillipa 24-8-1851
Thomas 23-10-1851
Cornelis 13-12-1851
slavin met pasgeboren kind, door Th. Bray, 1850 |
In 1851 overleden:
Een kind Francois,. Aan
ingeslagen Jaws 5-1-1851
De bejaarde Flink aan
waterzucht 22-7-1851
Victor aan hevige
koortsen en uittering 21-8-1851
De oude Pietjes aan
verval van krachten 8-9-1851
De bejaarde Zwaantje aan
heerschende ziekte 12-9-1851
De oude Mentor aan
influenza 13-9-1851
Fritz aan apoplexia
sanguinta (beroerte)
Een slaaf wordt begraven, door Th. Bray, 1850 |
In de rekening van de
eerste kwartaal 1851 worden op de creditzijde van de slavenrekening afgeboekt:
De mulattenjongens Jan,
Christoffel, Bertrand en de negerjongens Simons, Constant, Vrede, Henri,
Chocolaad, Leverjé
Idem de meisjes Hendrina,
Trui, Afrika en Brandina
In de rekening van het
derde kwartaal 1851
Afrika, een dood kind
(debetzijde):
In de rekening van het
vierde kwartaal 1851
Afschrijving van de
meisjes en brengen onder de vrouwen: Rozetta en Rosa
De totale slavenrekening
van 1851
Aan de debetzijde:
Jan, Christoffel,
Bertrand, Simon, Constant, Vrede, Henri, Chocolaad en Leverjé, Hendrina, Trui,
Africa en Brandina.
Geboren Maurits, zoon van
Proserpina, Frans zoon van Aletta, Truijtje, dochter van Adjuba, Alijda,
dochter van Barones, Phillipa, dochter van Amelia, Thomas een zoon van Ansje,
Cornelis een zoon van Bergia.
De meisjes Rozetta en Roza werden onder de vrouwen gebracht
Overzicht van slavinnen
en slaven in januari 1852 op Vossenburg
Naam
|
Kwaliteit
|
Aanmerkingen
|
Quamie
|
1e officier
|
Met één oog
|
Staats
|
1e timmerman
|
Mulat
|
Profijt
|
2e officier
|
|
Silla
|
3e officier
|
|
Beentje
|
Molen officier
|
Suikerkoker
|
Voorspoed
|
1e kuiper
|
Suikerkoker
|
Johannes
|
Drest de zieken
|
Mulat, met roosbeen
|
Anthonie
|
Oud officier
|
Oud. In de Negerhuizen
|
Ondervinding
|
Timmerman
|
|
April
|
Timmerman
|
Suikerkoker
|
Janneman
|
Timmerman
|
Suikerkoker
|
Philip
|
Timmerman
|
Suikerkoker, ter
genezing aan Paramaribo bij dr. Landré
|
Charles
|
Timmerman
|
Suikerkoker, Mulat
|
Jan
|
Metselaar
|
Suikerkoker, Mulat
|
Christoffel
|
Timmerman
|
Suikerkoker, Mulat
|
Bertrand
|
Timmerman
|
Suikerkoker, Mulat
|
Vrede
|
Kuiper
|
Oud, van weinig dienst
|
Hendrik
|
Kuiper
|
Suikerkoker
|
Andries
|
Kuiper
|
Met benauwde borst
|
Februarij
|
Sluiswachter
|
Oud
|
Izaak
|
Kostwachter
|
Oud
|
Charmoes
|
Kostwachter
|
Bejaard
|
Quassie
|
Kostwachter
|
Ziekelijk
|
Kapitaal
|
Sluiswachter
|
Bejaard
|
Simon
|
Bij de kweek
|
Oud
|
Nieuwjaar
|
Delver
|
|
Maart
|
Delver
|
|
Breekhuizen
|
Delver
|
|
Pedro
|
Delver
|
Met één oog
|
Winst
|
In de tuin
|
|
Philip
|
In het dramhuis
|
Malinker. Van weing
dienst
|
Mei
|
Delver
|
|
Cadet
|
Delver
|
|
December
|
Delver
|
|
George
|
Kostwachter
|
|
Dirk
|
Kostwachter
|
Bejaard
|
Paauw
|
Delver
|
|
Pieter
|
Werkt bij de creolen
|
Luiaard
|
Favoriet
|
Mallinger of wel
gebrekkig, van geen dienst in de negerhuizen
|
|
Hermanus
|
Veewachter
|
Mallinger
|
Cornelis
|
Kostwachter
|
Mallinger, met één arm
|
Hoop
|
Delver
|
|
Oranje
|
Delver
|
|
Charles
|
Delver
|
|
Adriaan
|
Delver
|
|
Hector
|
Delver
|
|
Hermannus
|
Delver
|
|
Willem
|
Delver
|
|
Hendrik
|
Sluiswachter
|
Luijaard, weglooper
|
April
|
Delver
|
Suikerkoker
|
Brien
|
Delver
|
|
Jan
|
Delver
|
|
Avans
|
Delver
|
|
Adam
|
Delver
|
|
October
|
Delver
|
|
Adriaan
|
Delver
|
|
Winst
|
Delver
|
|
Gerrit
|
Veldneger
|
Met Bonkpijn
|
Simon
|
Sluiswachter
|
Met één arm
|
Vrede
|
Delver
|
|
Constant
|
Delver
|
Suikerkoker
|
Henri
|
Leert Kuiper
|
|
Chocolaad
|
Delver
|
|
Leverjé
|
Delver
|
|
Elisabeth
|
Huismeid
|
Mulattin. Bejaard
|
Christina
|
Mulattin, geheel
malinker van geen dienst
|
|
Elisabeth
|
Huismeid
|
Carboegerin
|
Johanna
|
Huismeid
|
Carboegerin
|
Juliana
|
Huismeid
|
Mulattin
|
Hendrina
|
Huismeid
|
Mulattin, ziekelijk
|
Monkie
|
Kokkin
|
Bejaard
|
Julietje
|
Waschmeid
|
Bejaard, loopt mank
|
Jansje
|
Waschmeid
|
Bejaard, malinker
|
Saraatje
|
Vroedvrouw
|
Bejaard
|
Doortje
|
Oud & afg. Met
hartziekte in de Negerhuizen
|
|
Delia
|
Bij de kweek
|
Oud & afg. Met
hartziekte, van weinig dienst
|
Kea
|
Creolenmoeder
|
Oud & afg. Met
hartziekte, van weinig dienst
|
Moffina
|
Werkt in de tuin
|
Oud & afg. Met
hartziekte, van weinig dienst
|
Media
|
Werkt in de tuin
|
Oud & afg. Met
hartziekte, van weinig dienst
|
Jantje
|
Veldmeid
|
Bejaard
|
Isabella
|
Veldmeid
|
Werkt halve werk
|
Constantie /r/
|
Ziekelijk of wel
gebrekkig
|
Zieke en gebrekkige slaven, door Th. Bray, 1850 |
Bij de plantageapotheek, door Th. Bray, 1850 |
Dag Akhamarchivaris, hele interessant blog. Ik heb met veel plezier de posts over uw Surinaamse familiegeschiedenis en ontdekkingen gelezen. Ter aanvulling, de slavenregisters zijn op microfiche bij het CBG te raadplegen. Scheelt weer een vlucht naar Suriname :)
BeantwoordenVerwijderen