maandag 4 maart 2013

150 jaar Keti-koti : 1 juli 2013

1 juli  2013  is het 150 jaar geleden dat Nederland formeel de slavernij afschafte in de West-Indische koloniën.
De systematische registratie van slaven en gemanumitteerden in 1863 en voorgaande jaren is te vinden in diverse archieven.
Namen van Surinaamse slavinnen en slaven in 1863 en voorgaande jaren zijn te vinden in de volgende bronnen:
- Slavenregisters: Nederland had onder druk van Engeland in 1814 de slavenhandel verboden (de slavernij bestond nog, maar de aanvoer van slaven uit Afrika hield op). Om toezicht te houden op dit verbod en de slavensmokkel tegen te gaan begon de overheid de slaven in Suriname te registreren. Vanaf 1826 werd er in Suriname een officieel slavenregister opgesteld. De slavenregisters zijn alleen lokaal in Suriname te raadplegen.
- 1832-1863 Manumissieregisters (op internet teraadplegen
- 1863  Emancipatiedatabase (op internet te raadplegen
Vóór de invoering van het slavenregister en het manumissieregister kan men gegevens over de slavenbevolking vinden in: Oude Kranten” :  onder meer onder de zoekterm  "brieven van vrijdom" : bijvoorbeeld bij vertrek naar Nederland werd om vrijdom verzocht voor de slavin of slaaf die met de meester meereisde. Verder zijn er advertenties en andere berichten betreffende slaven.
Ook zijn er in vele huis- en familiearchieven gegevens over plantages, waarvan men mede-eigenaar of aandeelhouder was. (zie bijvoorbeeld www.archieven.nl)

Surinaamse plantages in het familiearchief Brantsen

De volgende gegevens over slaven en slavinnen op de plantages Vossenburg, ’t Eyland en Peperpot zijn gevonden in de archieven van de deftige Arnhemse regentenfamilie Brantsen en het Huis Verwolde.

Surinaamse plantages in het archief van het Huis Verwolde


In deze archiefstukken zijn rekeningen en verslagen over het beheer van de plantages aanwezig, waarin gegevens over de slavinnen en slaven zijn te vinden. Geboorte, sterfte en gezondheidstoestand  van de slavenbevolking waren van belang, want van invloed op het kapitaal van de plantage.

Slavenwoningen, door Th. Bray, 1850

Ze stonden er gekleurd op
De huidskleur van elke slavin en slaaf werd ook nog uitdrukkelijk vermeld ; neger(in), mulat en caboeger.
In de kolonie hanteerde men een “verfijnd” systeem van “rasvermening” naar verhouding blank-zwart en de daartussen liggende kleurlingen
 “De Kleurling-slaven zijn kinderen, door de Blanken bij de zwarte slavinnen verwekt. Zulk een kind is een Mulat of eene Mulattin. Wanneer een Mulat een kind bij eene Negerin verwekt, wordt de kleur weder donkerder, en zulk een kind noemt men Karboeger.
Een Blanke, kinderen bij eene Mulattin verwekkende, worden die kinderen Mistiesch genoemd; blank en Mistiesch geeft Kastiesch; blank en Kastiesch, Poestiesch; en de kinderen, die een Blanke bij eene Poestische verwekt, worden blanke Creolen genoemd. Doch ook uit deze kinderen is het verduivelde Negerbloed (taal der oude Kolonisten) nog niet geheel verdwenen.
Van alle slaven zijn de Kleurling-slaven het ongelukkigste; deze, door Blanken en Zwarten als een tusschenras beschouwde wezens, worden van beide kanten veracht en verstooten. In voeding en kleeding heeft een' Kleurling het niets beter dan een' Neger-slaaf; hij is zwakker en ziekelijker, en toch vordert men even veel en even zwaar werk van hem…” (boek uit 1842

Mulattin, 1850 door Th. Bray

Bij de hieronder genoemde mensen heb ik alleen de aanduiding mulat en caboeger erbij gelaten. De overigen kregen de aanduiding neger of negerin

Slavennamen

0556 Huis Verwolde inventarisnummer 1430 betreft de plantages Peperpot en 't Eijland

1796-1797 Plantage Peperpot:
Overleden de volgende slaven
Adam, onder behandeling van de chirurgijn Kammel
Fortuijn aan waterzucht
Profit “subit overleeden”
August, oud aan de teering
Claas aan venerique zweren
Quasseba aan hartziekte
Sara, zuigeling
Werden geboren:
De mulattin Antoinette gekraamd van een Carboeger Jonge, genaamd Christian
De mulattin Matras gekraamd van een Mistice Jonge, genaamd Hermannus
De negerin Catharina gekraamd van twee negermeisjes, genaamd Sara en Rebecca

1796 Plantage ’t Eijland Overleden:
Soldaat aan waterzucht
Affiba, “oud en afgeleeft”
Julij aan de mazelen
Cornelia aan de tering
Het meisje Africa aan de jas
(Jas, Jaas, Jaws, Yaws:  framboesia tropica)

1796 Plantage ’t Eijland Werden geboren:
Charlotta gekraamd van een meisje genaamd Premiere
Missie gekraamd van een jonge genaamd Welkom

1797 Plantage ’t Eijland Overleden:
Februarij aan hartziekte, door het grond eten veroorzaakt
Quako aan de zwelziekte
Japan aan de klem
Maart aan de Jaas
November aan ’t grond eeten
Adam aan de Jaas
De jonge Geluk was mallinger (gebrekkig)
Het meisje Princes aan stuipen

1797 Plantage ’t Eijland: Werden geboren:
Thiberias gekraamd van een meisje genaamd Calista
Esther gekraamd van een meisje genaamd Kaatje
Amba gekraamd van een meisje genaamd Princes
Susanna gekraamd van een meisje genaamd Christina

1835 verkoop Slaven Mon Tresor:
Kardinaal, delver gekocht voor de plantage het Eyland
Jacob, delver gekocht voor de plantage het Eyland
Kapitein, delver gekocht voor de plantage het Eyland

Slaven van de rekening

0452 Familiearchief Brantsen inventarisnummer 735 betreft onder andere de Plantage Vossenburg, 1851-1852.  In de rekeningen kan men namen van slaven vinden.

In 1851 werden geboren:
Maurits 17-1-1851
Frans 16-3-1851
Caboegermeisje Trijntje 10-4-1851
Alijda 13-7-1851
Phillipa 24-8-1851
Thomas 23-10-1851
Cornelis 13-12-1851


slavin met pasgeboren kind, door Th. Bray,
1850

In 1851 overleden:
Een kind Francois,. Aan ingeslagen Jaws 5-1-1851
De bejaarde Flink aan waterzucht 22-7-1851
Victor aan hevige koortsen en uittering 21-8-1851
De oude Pietjes aan verval van krachten 8-9-1851
De bejaarde Zwaantje aan heerschende ziekte 12-9-1851
De oude Mentor aan influenza 13-9-1851
Fritz aan apoplexia sanguinta (beroerte)


Een slaaf wordt begraven,
door Th. Bray, 1850

In de rekening van de eerste kwartaal 1851 worden op de creditzijde van de slavenrekening afgeboekt:
De mulattenjongens Jan, Christoffel, Bertrand en de negerjongens Simons, Constant, Vrede, Henri, Chocolaad, Leverjé
Idem de meisjes Hendrina, Trui, Afrika en Brandina

In de rekening van het derde kwartaal 1851
Afrika, een dood kind (debetzijde):
In de rekening van het vierde kwartaal 1851
Afschrijving van de meisjes en brengen onder de vrouwen: Rozetta en Rosa

De totale slavenrekening van 1851
Aan de debetzijde: 
Jan, Christoffel, Bertrand, Simon, Constant, Vrede, Henri, Chocolaad en Leverjé, Hendrina, Trui, Africa en Brandina.
Geboren Maurits, zoon van Proserpina, Frans zoon van Aletta, Truijtje, dochter van Adjuba, Alijda, dochter van Barones, Phillipa, dochter van Amelia, Thomas een zoon van Ansje, Cornelis een zoon van Bergia.
De meisjes Rozetta en Roza werden onder de vrouwen gebracht


Overzicht van slavinnen en slaven in januari 1852 op Vossenburg

Naam
Kwaliteit
Aanmerkingen
Quamie
1e officier
Met één oog
Staats
1e timmerman
Mulat
Profijt
2e officier

Silla
3e officier

Beentje
Molen officier
Suikerkoker
Voorspoed
1e kuiper
Suikerkoker
Johannes
Drest de zieken
Mulat, met roosbeen
Anthonie
Oud officier
Oud. In de Negerhuizen
Ondervinding
Timmerman

April
Timmerman
Suikerkoker
Janneman
Timmerman
Suikerkoker
Philip
Timmerman
Suikerkoker, ter genezing aan Paramaribo bij dr. Landré
Charles
Timmerman
Suikerkoker, Mulat
Jan
Metselaar
Suikerkoker, Mulat
Christoffel
Timmerman
Suikerkoker, Mulat
Bertrand
Timmerman
Suikerkoker, Mulat
Vrede
Kuiper
Oud, van weinig dienst
Hendrik
Kuiper
Suikerkoker
Andries
Kuiper
Met benauwde borst
Februarij
Sluiswachter
Oud
Izaak
Kostwachter
Oud
Charmoes
Kostwachter
Bejaard
Quassie
Kostwachter
Ziekelijk
Kapitaal
Sluiswachter
Bejaard
Simon
Bij de kweek
Oud
Nieuwjaar
Delver

Maart
Delver

Breekhuizen
Delver

Pedro
Delver
Met één oog
Winst
In de tuin

Philip
In het dramhuis
Malinker. Van weing dienst
Mei
Delver

Cadet
Delver

December
Delver

George
Kostwachter

Dirk
Kostwachter
Bejaard
Paauw
Delver

Pieter
Werkt bij de creolen
Luiaard
Favoriet

Mallinger of wel gebrekkig, van geen dienst in de negerhuizen
Hermanus
Veewachter
Mallinger
Cornelis
Kostwachter
Mallinger, met één arm
Hoop
Delver

Oranje
Delver

Charles
Delver

Adriaan
Delver

Hector
Delver

Hermannus
Delver

Willem
Delver

Hendrik
Sluiswachter
Luijaard, weglooper
April
Delver
Suikerkoker
Brien
Delver

Jan
Delver

Avans
Delver

Adam
Delver

October
Delver

Adriaan
Delver

Winst
Delver

Gerrit
Veldneger
Met Bonkpijn
Simon
Sluiswachter
Met één arm
Vrede
Delver

Constant
Delver
Suikerkoker
Henri
Leert Kuiper

Chocolaad
Delver

Leverjé
Delver

Elisabeth
Huismeid
Mulattin. Bejaard
Christina

Mulattin, geheel malinker van geen dienst
Elisabeth
Huismeid
Carboegerin
Johanna
Huismeid
Carboegerin
Juliana
Huismeid
Mulattin
Hendrina
Huismeid
Mulattin, ziekelijk
Monkie
Kokkin
Bejaard
Julietje
Waschmeid
Bejaard, loopt mank
Jansje
Waschmeid
Bejaard, malinker
Saraatje
Vroedvrouw
Bejaard
Doortje

Oud & afg. Met hartziekte in de Negerhuizen
Delia
Bij de kweek
Oud & afg. Met hartziekte, van weinig dienst
Kea
Creolenmoeder
Oud & afg. Met hartziekte, van weinig dienst
Moffina
Werkt in de tuin
Oud & afg. Met hartziekte, van weinig dienst
Media
Werkt in de tuin
Oud & afg. Met hartziekte, van weinig dienst
Jantje
Veldmeid
Bejaard
Isabella
Veldmeid
Werkt halve werk
Constantie /r/

Ziekelijk of wel gebrekkig



Zieke en gebrekkige slaven,
door Th. Bray, 1850

Bij de plantageapotheek, door Th. Bray, 1850

1 opmerking:

  1. Dag Akhamarchivaris, hele interessant blog. Ik heb met veel plezier de posts over uw Surinaamse familiegeschiedenis en ontdekkingen gelezen. Ter aanvulling, de slavenregisters zijn op microfiche bij het CBG te raadplegen. Scheelt weer een vlucht naar Suriname :)

    BeantwoordenVerwijderen