maandag 22 april 2013

Alle macht aan de archivarissen : Kuraudo-dokoro

Er was eens een land, gelegen aan de rand van de wereld, waar de archivarissen gedurende een (helaas veel te korte) periode veel macht bezaten. Ach, dat waren nog eens tijden.
In 810 werden aan het Japanse hof enkele bestuurlijke vernieuwingen doorgevoerd. Een van de nieuwe organisaties was de in eerste instantie kleine opgezette Kuraudo-dokoro (ook wel gespeld als Kurodo-dokoro ): het Bureau van de Archivarissen, belast met het beheer van de vertrouwelijke stukken in het keizerlijk paleis. Door de nauwe contacten met de keizer kreeg dit bureau steeds meer macht en invloed. Toen in 897 Tokihara Fujiwara, clanhoofd van een machtige regentenfamilie, hoofd van de archivarissen werd groeide het bureau uit tot een het belangrijkste orgaan dat de hofhouding aanstuurde. Tokihara gebruikte de Kuraudo-dokoro als beleidsinstrument. Keizerlijke decreten werden voortaan via het bureau het land in gestuurd en omgekeerd kwamen memoranda, rapporten en rechtszaken binnen via de Kuraudo-dokoro op het bureau van de keizer. Vervaardiging van de keizerlijke decreten, tot dan een zeer omslachtige ambtelijke procedure liep via zijn bureau veel sneller en efficiënter. In de 10e eeuw had het Bureau van de Archivarissen veel bestuurlijke en wetgevende macht verworven, ten koste van het gezag van instellingen zoals de Staatsraad (Dujo-Kwan) en het Centraal Bureau (Nakatsukara). Het archiefbureau kon worden beschouwd als de feitelijke regering.
In de loop van de tijd verloor (11e-12e eeuw)de Fujiwaraclan aan macht en daarmee nam ook de macht van de Kuraudo-dokoro af. Het Bureau van de Archivarissen werd in 1869 na de val van het Tokugawashogunaat opgeheven.

Wetten en overheidsbesluiten werden vroeger op deze manier bekend gemaakt aan het volk,
zoals men nu nog kan zien in het dorp Tsumago 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten