In de periode dat mijn
betovergrootvader W.H.K. Nielo (1830-1982) directeur was van Peperpot vond er een akelig incident plaats op deze plantage.
Op 4 november 1890 verscheen in Suriname
: koloniaal nieuws- en advertentieblad het volgende bericht:
“Op ll. vrijdag avond
omstreeks half tien is op plantage Peperpot, in de Beneden Suriname, een
koelie, aldaar werkzaam, door een zijner landgenooten, elders werkzaam,
gruwelijk misvormd met een houwer. Naar wij vernemen is de dader in den
namiddag van dien dag op de plantage Peperpot gezien geworden door het volk en
den wachter, hen zeggende werkzaam te zijn op plantage Spieringshoek. Daarna
moet hij zich hebben schuil gehouden en den avond afgewacht, wanneer een ieder
zich ter ruste had gelegd, om de misdaad te plegen. Hij is door het venster in
de kamer van den ongelukkige gekomen, en heeft dezen met een houwer den neus,
de lippen en een stuk van den rechterarm afgekapt, en verschillende kwetsuren
over geheel zijn lichaam toegebracht. Op het geroep van hulp, wist hij zich uit
de voeten te maken en de plantage heimelijk te verlaten. Men zegt dat de
oorzaak van deze misdaad toe te schrijven is aan minnenijd.”
Bron KB |
Bron KB |
De krant gebruikte in
1890 onbekommerd het woord koeli. Aan zoiets moeilijks als politieke
correctheid deed men in die dagen niet.
Na de afschaffing van de
slavernij in Suriname werden Aziatische contractarbeiders ingevoerd om op de
Surinaamse plantages te werken, zo ook op Peperpot.
Deze loonslaven, afkomstig
uit China, en de koloniën in Brits-Indië (Hindoestanen) en Nederlands-Indië (Javanen) werden
aangeduid met de Maleise term “koelie”
In de 19e eeuw werden miljoenen goedkope
Aziatische contractarbeiders in grote delen van Zuid-Amerika, het Caraïbische gebied en de Verenigde
Staten ingevoerd.
Gegevens over Chinese,
Javaanse en Hindoestaanse contractarbeiders op Peperpot (en andere Surinaamse plantages) zijn te vinden bij het
Nationaal Archief in Den Haag.
Peperpot in het Nationaal Archief |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten