woensdag 20 juli 2016

Plantageperikelen : Nieuw Meerzorg

Napthaly bar Isaac haCohen kwam aan het eind van de 17e eeuw uit Litouwen in Amsterdam. Daar veranderde hij zijn naam in Gerrit Jacobs. Begin 18e eeuw emigreerde hij naar Suriname, waar hij grote rijkdom verwierf. Hij werd onder andere eigenaar van de plantage  Nieuw Meerzorg .
In de loop van de tijd liet hij een aantal familieleden van de kant van zijn zuster Esther  en haar echtgenoot Zadok van Coerland naar Suriname overkomen

Gerrit was twee keer getrouwd maar stierf toch kinderloos in 1754. Een half jaar voor zijn dood bepaalde hij in zijn testament dat de plantage Nieuw Meerzorg nooit verkocht mocht worden en dat de opbrengsten onder al zijn bloedverwanten moesten worden verdeeld.

De gelden werden verdeeld onder zijn verwanten in het Oostzeegebied en in Suriname.

Ook de nakomelingen van Esther en Zadok behoorden tot de erfgenamen, waaronder een dochter Bilha/Bella/Beeltje Zadok van Coerland gehuwd met Jacob Goedman. Zij arriveerden rond 1767 in Suriname met hun kinderen. Jacob Goedman woonde volgens de huurwaarde taxatieregisters van Paramaribo 1772-1780 in de Wagenwegstraat (Temminck Groll ea, de Architectuur van Suriname, Walburg Pers, Zutphen,1973 blz. 361)
 
Beeltje Zadok van Coerland, ca. 1730-1795, died before 1795.Died in Paramaribo, Paramaribo District, Suriname
Daughter of Zadok Simon Levy van Coerland and Esther Isaac a Cohen
Wife of Jacob Goedman

Mariana Jacob Goedman
Amsterdam, Government of Amsterdam, North Holland, The Netherlands                
Died in Paramaribo, Paramaribo District, Suriname
Daughter of Jacob Goedman and Beeltje Zadok van Coerland
Wife of Ezechiel Simons

  
Het testament van Gerrit werd al gauw van verschillende kanten aangevochten en in de loop van de 18e-19e eeuw kwamen er ook steeds meer claims van verwanten uit Litouwen.
In de 19e eeuw bemoeide het koloniaal bestuur zich steeds meer met het beheer van Nieuw Meerzorg tot groot verdriet van diverse belanghebbenden, die meenden dat hun financiële belangen niet goed werden behartigd.
Men kan een boek vullen met krantenartikelen over Nieuw Meerzorg evenals bij de kranten ingezonden stukken over de zorgen bij belanghebbenden over bemoeienis van het Koloniaal Bestuur met de plantage en verwaarlozing van de belangen van de vaak armlastige erfgenamen.
Ook werd in 1865 geklaagd dat het koloniaal bestuur sinds 1863op de plantage een station van de Districtscommissaris had gevestigd met marechaussees en voor de koloniale vaartuigen zonder enige vergoeding van kosten aan de aandeelhouders.
Zo uitten in 1898 een aantal participanten ook hun ongenoegen omdat het Koloniaal Bestuur na het overlijden van bewindvoerder J. de Vries een bewindvoerder wilde aanstellen die niet uit hun gelederen kwam van de erfgenamen kwam. Zie krantenartikelen op  www.delpher.nl
Bron: www.delpher.nl
In 1893 werd over het eerste half jaar 40,000 gulden verdeeld onder de participanten van de boedel Gerrit Jacobs.



Inkomsten uit Nieuw Meerzorg in 1893



Bron www.delpher.nl


In 1898 werd over het 1e hafjaar 30.000 gulden uitgekeerd. Het  kapitaal van de plantage was 1.000.000 gulden.
Het  aantal erfgenamen groeide tot 217 in 1919. De spoeling werd steeds dunner.
In 1934 eiste een geldschieter zijn lening op en het Surinaamse Hof van Justitie ging akkoord met de veiling van Nieuw Meerzorg. De betalingen aan de Erven van Gerrit Jacobs hielden daarmee op.

Er leven nog veel erfgenamen van Esther Isaac a Cohen, binnen en buiten Suriname
(Zie het artikel van Jetty de Miranda ) 
Tot deze erfgenamen hoorden ook de nakomelingen van Mariana Jacob Goedman (kleindochter van en achternicht van Gerrit Jacobs) die in 1787 was gehuwd met Ezechiël Simons.
Mijn grootmoeder Reine Adèle Simons was dus een verre nazaat van de zuster van Gerrit  Jacobs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten