donderdag 18 mei 2017

Familiegeschiedenis : een nalatenschap in 1792

Wat heeft Prinses van Van Meel haar erfgenamen nagelaten?

De boedelinventaris die na haar dood werd opgemaakt noemt het huis en erf (N.B. Jodenbreestraat 19) en de inhoud van diverse ruimten in het huis. Het blijkt dat het huis een zolder, en op de zolder een slaapkamer had, verder beneden het voorhuis, een galerij (waarschijnlijk aan de achterzijde van het huis), een bottelarij (bijkeuken) en een keuken. Op het erf dierenhokken (menagerie), met pluimvee en een grote hoeveelheid hout en 2 watervaten.

In de slaapkamer stond een ledikant, met "zijn bonte behangsel", daarin een veere bed (veren matras), peluw en vijf kussens, een wollen deken. Een chameusse ( = charmeuse*) slaapkleed, een Hollandse kist met medicamenten.
*Charmeuse is een glanzende met satijn geweven stof
 

In het hele huis stonden aan meubels 18 stoelen (van diverse kwaliteit), 1 veldtafeltje (slaapkamer), een kleine tafel (galerij) en 2 banken.
Er waren in het voorhuis 2 glazen illusters met dezelfs girandoles (= glazen lusters girandoles), waarschijnlijk hingen deze lampen, want er wordt geen tafel genoemd, alleen 12 stoelen en een houten zitbank.
In de bottelarij: 44 borden van porselein en delfts blauw, diverse koperen gebruiksvoorwerpen (zoals koffiekannen) 1 indiaanse waterpot, een kapotte koperen (brand) spuit en 2 leren brandemmers.
Een voorbeeld van een bottelarij, of botralie in een Surinaams huis.
In de keuken: 3 ijzeren potten, een koperen theeketel, een zilveren slavenmerk PVM (N.B. zou Prinses haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen echt met dit merk gebrandmerkt hebben?)

In diverse kisten waren kleding en kleine spullen geborgen.
In de kisten: grote hoeveelheid kleding, maar ook 6 wijnglazen, tinnen lepels, een tinnen schenkbord, een zilveren sleutelhanger, zilveren naaldenkoker, een pennetje in ’t goud gemonteerd met rode steentjes op de kop van ’t pennetje een zilveren knop en dito zilveren oorlepel, enige snoeren (kettingen) witte en zwarte arrawipp…?, 4 spreien, 3 tafelmessen met zwarte heften, 5 ledikantgordijnen.
En verder werden er diverse documenten aangetroffen

De slaven (familie):
De neger Appollo
De negerin Gratia met haar kinderen Antje en [Jansje]
Idem Clarijntje (= Carolina) met haar kinderen Christoffel, Frederik en Mietje
Idem Princes met haar 2 kinderen Driesje en Anthoinetta,
Idem Galatahea

Particuliere slaven: de negerin Princes met haar 2 kinderen Dorothea en Johanna
Idem Mandron (Madelon), idem Acoeba, idem Louisa.
 
De boedelinventaris beschreef de roerende goederen die in verschillende ruimten werden aangetroffen. Of er meer kamers waren dan de in de inventaris genoemde is niet helemaal duidelijk. Het moet bijna wel, want Prinses woonde met 15 slaven in het huis en mogelijk ook met haar vrije kinderen Codjo, Lackey en Coba. Er werden geen woningen op het erf genoemd.

Prinses was op haar eigen erf begraven. Mogelijk ligt haar stoffelijk overschot nog in het perceel aan de Jodenbreestraat.

Bronnen: www.gahetna.nl
NL-HaNA_1.05.11.14_Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 67 scans 0005-0016 (testament 1785)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 278_scans 0005-0008 (boedelinventaris)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 423 scan 0021(verzegeling)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 423 scans 0029-0030 (ontzegeling)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 429 scans 0064-67 (acquit van de boedel)
NL-HaNA_1.05.11.16  DTB Suriname invnr. 30 scan 0153 (DTB) : begraven van Prinses.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten