vrijdag 7 september 2018

Een familie van slaven

Mijn voormoeder Prinses van Van Meel (1714-1792) was samen met haar kinderen (3 zoons en 1 dochter), kleinkinderen en achterkleinkinderen eigendom van Alida Wossink en haar 3 achtereenvolgende echtgenoten. Toen Prinses in 1772 de vrijheid kreeg bleven haar nazaten in bezit van Wossink In 1785 kreeg Prinses haar oudste zoon Cojo vrij. Wossink en haar laatste echtgenoot Coetzee overleden kort na elkaar in het najaar van 1785. Prinses had het geluk dat haar hele familie bij elkaar was gebleven bij hun eigenares Ook daarna bleven ze bij elkaar. De meeste afstammelingen van Prinses konden in de jaren na 1792, 1798-1799 gezamenlijk hun vrijheid verwerven.

Niet alle slavenfamilies hadden dit geluk. In veel slavenlijsten van de plantages worden de slaven opgesomd in de volgorde: mannen, vrouwen, jongens en meisjes, zonder onderlinge verwantschap.
Toch zijn er ook lijsten waarin wel de verwantschap tussen moeders en kinderen wordt vermeld. Soms werden een aantal slaven echt aangeduid als een familie. Dit is echter alleen maar de relatie moeder-kind-kleinkind. Bij deze wijze van vermelden zijn ook broers-zusters te herkennen.
De vaders waren waarschijnlijk bij deze slavenfamilies bekend en mogelijk soms ook bij de eigenaren, maar werden niet geregistreerd. Het vaderschap speelde voor de slaveneigenaar geen enkele rol.

Boedelinventaris Sara Robles de Medina, 16 oktober 1802
 
Dulcina, mulattin met haar seeven kinderen ......
Betje met haar twee kinderen.......


Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_295_0820

Menja met haar kind Willem

Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_295_0821

 
Clara met haar kind Truij, Betanje met haar dochter Jeanne
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_295_0821

Boedelinventaris de Vrije Daphina van Rocheteau, 10 februari 1810
Een familie slaaven bestaande in ........

Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_300_0182
 Een familie slaaven bestaande in......
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_300_0183

 Boedelinventaris J.G. Reitsch, 11 november 1793
 
Pieter, alias Hendrik, mulat zoon van Kaatje......
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_708_0273

Boedelinventaris Simon Abraham de Vries, maart 1794
Een neegerin genaam Affie met haar dochter Abena
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_708_0292
de huijsmeid (Abena) met 't mulattemeisje Kettje & zoon Cojo, Winkeljonge & Champagne....
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_708_0293
 
 De Grond Nieuw Weerga 29 juli 1804
......
Delia, criolin, dogter van de neegerin Carolina
.........

Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_708_0530
 Philip, criool voetebooy, Bras idem, beide kinderen van de negerin Carolina
Bron: www.nationaalarchief.nl 
NL-HaNA_1.05.11.14_708_0530

Bron :
In het archief 1.05.11.14 Notarissen in Suriname tot 1828 zitten series Inventarisaties en prisaties (schattingen) van boedels. Het betreft meestal boedels en nalatenschappen bij overlijden.

Ik heb een aantal jaren tussen 1780-1810 nagekeken op informatie over de mensen die als slaven tot deze boedels behoorden. Er is veel informatie te vinden over de slavenbevolking zowel op plantages als in het huishouden van particulieren.


Bron https://www.nationaalarchief.nl/ het archief 1.05.11.14 Notarissen in Suriname tot 1828, inventarisnummers 293-301, 706-709

Geen opmerkingen:

Een reactie posten