zaterdag 31 mei 2025

Ganissone, Quenavady en "God of Wisdom"

In de loop van de eeuwen is de Hindoegod Ganesha in de Europese pers wel op drie bijzondere manieren afgebeeld.

Ganissone

In het vervolg op “Le Imagini con la sposizione de i dei de gli antichi” door Vincenzo Carteri (in 1556 uitgegeven), namelijk Seconda Parte delle Imagini de gli Dei Indiani  door  Lorenzo Pignoria, (edities 1614 en later)  is een afbeelding van Ganesha opgenomen. Dit werk is te vinden in The internet Archive


Tekst behorende bij de afbeelding van Ganissone
Bron: The internet Archive

Deze Italiaanse tekst bestaat behandelt de tempel te Elephanta  en de god Ganesha. Ik parafraseer"

Een Jezuïet schreef in 1553 uit Goa, dat hij een tempel in dat land had gezien. Waarin hij een beeld zag met drie hoofden, drie benen, en drie handen, en dat deze de Pagode van de Olifant werd genoemd, en in 1560 verhaalde Vader Lodovico Fores, dat een afgodsbeeld in de omgeving van Goa, genaamd Ganissone, het hoofd van een olifant droeg. De geestelijke vertelde ook hoe Ganesha door zijn moeder Eva werd geschapen en hoe haar jaloerse echtgenoot Adam, die haar van ontrouw verdacht de jongen onthoofdde. Hij kreeg later echter spijt en onthoofdde een olifant en zette de olifantskop op het lichaam van de jongen.  Een in deze gedaante werd hij geheiligd….

Shiva en Parvati werden in deze geschiedenis Adam en Eva genoemd.

Afbeelding van Ganesha rechts en een gefantaseerde Trimurti
Bron: The Internet Archive

 Het rechter figuurtje is Ganissone (Ganesha). De linker figuur is een fantasie. De tekenaar combineerde de beschrijving van het beeld met drie hoofden en evenzovele armen en benen met de beschrijving “Pagode van de Olifant” tot een griezelig schepsel dat zo uit het Lovecraft Universum  lijkt weggelopen.

Zie ook voor het complete werk over de antieke goden onder andere : 

https://digi.ub.uni-heidelberg.de/diglit/cartari1626/0064/image,info,thumbs#col_thumbs

 Quenavady

Phillippus Baldaeus  publiceerde in 1672 een afbeelding  van een staande Ganesha, genaamd Cipren Quenavady, zoon van Ixora en Paramesceri. Baldaeus gaf een ander verhaal over de geboorte van Ganesha. Quenavady is een verbastering van Ganpathy, een van de andere namen van Ganesha


Cipren Quenavady, zoon van Ixora en Paramesceri, 1672
Bron: www.delpher.nl

De afbeelding in het boek van Baldaeus werd in 1723 overgenomen door onder andere Bernard Picart 

Quenavadi, 1723 door B. Picart
Bron: www.delpher.nl

God of Wisdom

Bron: books.google

In deze Engelse publicatie uit 1821 is een wel heel bizarre afbeelding van Ganesha onder de titel “God of Wisdom” opgenomen. Zie onderstaande prent. Nightingale noemt Ganesha als de afgebeelde God of Wisdom.


God of Wisdom uit het werk van dominee J.Nightingale  
Bron: books.google

De oudste versie van deze afbeelding heb ik gevonden bij Picart,  Deze plaat uit de uitgave van 1728 werd in ieder geval nog gedrukt in een latere editie van nazaten van Picart in 1816. De vertaalde tekst bij deze afbeelding luidt: “De Godheid, die de Cingalezen aanbidden als de God van de Wijsheid".



“De Godheid, die de Cingalezen aanbidden als de God van de Wijsheid"
Bron: www.delpher.nl


Beschrijving van de God van de Wijsheid, verstand, rijkdom en gezondheid, 1728
Bron: www.delpher.nl

Picart nam in zijn werken ook standaard Quenavadi op. De Ceylonese God van de Wijsheid kreeg geen naam. Ook Ganesha geldt als god van wijsheid. Het enige wat beide afbeeldingen gemeen hebben is een olifantenhoofd.

De "Divinité de la Sagesse” is tussen 1728-1821 afgebeeld in diverse overzichtswerken over de godsdiensten in de wereld.
1741, God van de Wijsheid
Bron: books.google


God van de Wijsheid op Ceylon
Afbeelding uit 1753
Bron: books.google


De God van de Wijsheid, 1816
Bron : www.delpher.nl

Opvallend is dat de Ceylonese Ganesha bij Picart en navolgers werd afgebeeld als een soort Europese duivel met bokkenpoten, onder invloed van behoorlijk opspelende hormonen. Ik vraag me af waar dit nogal demonische beeld van Ganesha vandaan komt. 

dinsdag 27 mei 2025

Gournatha : een duivel of toch een god?

 Abraham Rogerius beschreef in zijn boek “De open-deur tot het verborgen heydendom” hoe twee duivels in Pulicat en omgeving werden aanbeden: “Ganga Gramma” en “Gournatha”. 

Gournatha in 
"De open-deur tot het verborgen heydendom, 1651
Bron: www.delpher.nl
Gournatha in 
"De open-deur tot het verborgen heydendom, 1651
Bron: www.delpher.nl

Gournatha in 
"De open-deur tot het verborgen heydendom, 1651
Bron: www.delpher.nl


De identiteit van Ganga Gramma heb ik een aantal posts geleden kunnen herleiden. Maar “Gournatha” wacht nog op opheldering.

Enkele eerdere hieronder getoonde schrijvers meenden dat met “Gournatha” mogelijk Jagernath, Gauri of Durga werd bedoeld.

Bron: www,delpher.nl


Bron: www,delpher.nl


Ik heb “Gournatha” met diverse alternatieve spellingsvarianten gegoogeld en kom uit op “Gurunatha” als meest waarschijnlijke kandidaat.

Rogerius gaf in tegenstelling tot "Ganga" geen beschrijving an het uiterlijk van deze duivel, maar hij vermeldde wel dat “Gournatha” een zoon zou zijn van Eswara dat wil zeggen van Shiva. Dat is dus een aanwijzing. Nou had deze potente Godheid meerdere zonen, waaronder enkele demonen.

Ik ben de term “Gurunatha” tegengekomen in connectie met Ayyappan,  een zoon van Shiva en ook met Murugan (Skanda, Kartikeya), een andere zoon van Shiva

Ayyappa geboren uit Harihara, de versmelting van Shiva en Vishnu werd in zijn jeugd opgeleid door een leraar genaamd Sri “Gurunatha”. Deze Sri “Gurunatha” was een incarnatie van Sivachaithanya, dat zoiets betekent als het Bewustzijn van Shiva". 

Deze twee zoons van Shiva, Ayyappan en Murugan (Skanda) kunnen moeilijk in de categorie duivels worden gerangschikt. Skanda is een van de meest vereerde goden in Zuid-India. 

Ayyappan werd van oudsher het meest vereerd in Kerala.

Misschien dat de ware “Gournatha”  van Rogerius ons  nog eens wordt geopenbaard. De plaats “Carmellon” heb ik niet kunnen identificeren.

Tot slot zie verder ook : https://en.wikipedia.org/wiki/Sri_Gurunatha_Swamy_temple

zondag 25 mei 2025

Anton Resida School


renovatie en uitbreiding Anton Resida School

Bovenstaande foto trof ik in de familie foto albums aan. Helaas is de foto niet gedateerd, dus kan ik er niet meer over zeggen, dan dat de school de naam van mijn grootvader  Anton Frederik Resida draagt.


Familiegeschiedenis "Tante Annie" in het Rijksmuseum

Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft in de collectie een prachtige foto van “Tante Annie” gemaakt door Willem Diepraam tussen 1973-1975.

Tante Annie (Johanna Francina Mathilda Hoever) was in 1935  getrouwd met oom Guillie (Guillaume Herman) Resida, een broer van mijn grootvader Anton Frederik Resida.

Geboorteakte van "Tante Annie"
Bron: Nationaal Archief Suriname
SR-NA_2.10.61_141_0195

Uit de familiearchieven enkele foto’s van tante Annie. Helaas zijn deze foto's niet gedateerd.



Huwelijksjubileum van oom Guillie en tante Annie

Een stralende tante Annie.
Op de achtergrond een kijkje in een traditionele Surinaamse keuken

woensdag 21 mei 2025

Mahakala en Maha Pralaya

Wie denkt er wel eens niet aan het einde van alles?

Edward Moor publiceerde in zijn boek “The Hindu Pantheon 1810”  een afbeelding van Mahapralaya

Mahapralaya uit The Hindu Pantheon, 1810
Bron: the Internet Archive


Mahapralaya uit The Hindu Pantheon, 1810, detail
Bron: the Internet Archive

De bron voor deze tekening was zijn collega Kolonel Charles Stuart.  

Mahapralaya uit The Hindu Pantheon, 1810, detail
Bron: the Internet Archive

Moor baseerde de tekeningen in zijn boek op originele Indiase tekeningen en beelden die hij uitgebreid beschreef.

Maha Pralaya is de cyclische vernietiging van het universum aan het einde van een tijdperk. Volgens de Hindu kosmologie leven we nu in het ijzeren tijdperk: Kali Yuga. 

De tekening beeldt nogal plastisch uit hoe tijdens de Maha Pralaya alles wordt verslonden door Maha Kaal.  De originele tekening waarvan deze afbeelding een reproductie is, heb ik nog niet kunnen vinden op het web. Waarschijnlijk berust ze ergens nog verborgen in een museale collectie. 

Uit de beschrijving die Moor geeft bij Maha Pralaya blijkt dat Maha Cal of Maha Cala een manifestatie is van Shiva.

Beschrijving van Maha Kaal in The Hindu Pantheon, 1810, detail
Bron: the Internet Archive



Maha Kala  en Mahapralaya uit The Hindu Pantheon, 1810,
beschrijving van de tekening
Bron: the Internet Archive

Het boek The Progress of Idolatry  uitgegeven in 1841  door Sir Alexander Croke  bevat een grof na getekende reproductie van de afbeelding van Moor.


Siva as Kal
in The Progress of Idolatry 


Siva as Kal in The Progress of Idolatry 
detail



Beschrijving van 
Siva in The Progress of Idolatry 
Bron: Boeken. Google


Beschrijving van Siva as Kal in The Progress of Idolatry 
Bron: Boeken. Google

Bij deze tekening getiteld “Siva as Kaal” horen ook nog een gedicht en een commentaar'

Het gedicht:

Gedicht over Shiva in The Progress of Idolatry 
Bron: Boeken. Google



Gedicht over Shiva in The Progress of Idolatry
Bron: Boeken. Google



Uitleg bij het gedicht over Shiva in The Progress of Idolatry
Bron: Boeken. Google





maandag 12 mei 2025

Wijkregisters Paramaribo met index op het web

Het Nationaal Archief Suriname lanceerde afgelopen zaterdag een nieuwe database op de Wijkregisters Paramaribo  over de jaren 1828-1847.

Nu had ik de scans van deze gedigitaliseerde wijkregisters als enige jaren geleden doorgeploegd op zoek naar verre voorouders, maar in  deze database kwam ik toch wel weer onbekenden tegen, zoals Cropentia Elder. Enfin er is weer werk aan de winkel.


Voorbeeld uit de database wijkregisters Paramaribo

Water, Aarde, Vuur, Wind en Lucht : de vijf elementen van Shiva

Illustratie uit een Franse uitgave van 1670
Bron : Boeken. Google

 Abraham Rogerius beschreef in zijn postuum uitgegeven boek “De open-deure tot het verborgen heydendom,1651”een aantal belangrijke Shiva tempels in de omgeving van Palicut, waar hij als dominee in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie ongeveer 10 jaar woonde en werkte.

Deze tempels zijn gewijd aan de elementen, water, aarde, vuur en wind (lucht) en lucht (ether)



Bron : www.delpher.nl

 In Seva-cansje ter Ere van Eswara de Pagode genaamd Ekanbranata, voor de aarde Pretteri genaemt, welck een der vijf Elementen is, die sy stellen.” Seva-Canje  is Shivakanchi, een deel van  Kanchipuram en de genoemde tempel is  Ekambareswarar 

In Triwanakawere: Ter eeren van Eswara, de Pagode genaemt Iembounateswara ; voor ’t Water, Apou ghenaemt, welck sy ook voor een der vijf Elementen houden.”

In Trinamula: Ter eeren van Eswara, de Pagode genaemt Aranajaleswara, voor ’t Vyer, ghenaemt Tsjeejem; oock een der Elementen.

In Kalist: ter eeren van Eswara ghenaemt Kalest Eswara, voor de Wint, ghenaemt VVaijou, een haerder Elementen.”

In Settamberam : Ter eeren van Eswara, ghenaemt Settamberam Eswara voor de Lucht die Akasjem noemen.“ Betreft de Nataraja tempel te Chidambaram.

vrijdag 9 mei 2025

Overnachting bij de Godin Kamakshi Amma

Abraham Rogerius schreef in zijn werk over het geloof in Zuid-India een stukje over wonderen in sommige tempels onder andere in een tempel gewijd aan Parvati.


Bron : www.delpher.nl

Parvati ghenaemt. Dese Parvati wort oock Paramasvveri; Isvveri; Camaetsjama, Inanama, Gobbi, Gauvvri ende met ontallijcke andere namen meer ghenoemt.


Bron: www.delpher.nl

In groot Cansje* verhalense, dat in de Pagode van Camaetsema**, de Vrouw van Esvvara, op haer Feest, alle jare een seer vreemde sack soude geschieden. Op den dagh worden alle soorten van Vruchten, met meniche, in de Pagode gebracht ; ende in de Pagode stellense een kint by een diepen put, waar in men met een ladder ingaende, een wegh vint die sich diep onder de Aerde uytstreckt. Des Avonts sluyten sy de Pagode, ende verzegelense; ende niemant blijft in de selve dan het kint, met een krans van Bloemen om sijn hals. Des nachts, segghense, dat  den Dienaer van de gheseyde Camaetsema soude komen, en de dat kint met hem in den put nemen; end soo wanneer hy ’t wegh neemt, soude hy met een schelle, die daer hanght, gheluyt maken: ende dit kint soude hy des morgens wederom brengen, ‘twelck dan soude bevonden werden met een andere krans van Bloemen om den hals ende alle de vruchten zij wegh ghenomen. Soo wanner hy het kint weder stelt daer hy het van daen ghenomen heeft, soude hy weder met de schelle gheluyt maken.”

*Groot Cansje is Kanchipuram

**Pagode van Camaetsema is de tempel Kamakshi

Camaetsjama is  de godin Kamakshi Amman 

Afbeelding uit het werk van Olfert Dapper, 1672
Het jongetje wordt meegenomen door een dienaar van de godin
Bron: www.delpher.nl

Olfert Dapper nam in 1672 dit verhaal over en leverde er een plaatje bij

Dit bijzondere verhaal, dat een kind in de tempel bij een put moet overnachten en die nacht meegenomen wordt door een dienaar van de godin, om de volgende ochtend weer teruggebracht te worden heb ik verder nergens kunnen vinden.

In 1723 nam publiceerde Bernard Picart hetzelfde verhaal voorzien van een illustratie, die op details iets afwijkt van het plaatje van Dapper.

Illustratie Picart, 1723
Bron: www.delpher.nl

donderdag 8 mei 2025

Oorlogsgod

Een tijdje geleden vond ik deze afbeelding uit 1965 in de krantenpagina Delpher.


Bron: www.delpher.nl

Tja, 60 jaar geleden en nu weer actueel.

De spotprent geeft goed weer dat Shiva in de Nederlandse pers geen goede naam had: Shiva de Verwoester. Hier is hij afgebeeld als Bhairava (met slagtanden) zwaar bewapend dansend op het slagveld, met de vredesduif tussen de kaken. Het lijkt wel of de tekenaar met deze afbeelding van een Indiase godheid de verantwoording van de oorlog bij één bepaalde partij wilde leggen. Lees maar de aanleiding van deze oorlog en oordeel zelf.

Helaas zat de tekenaar er enigszins naast, want de Hindoegod van de oorlog en overwinning is niet Shiva, maar zijn zoon Murugan

Murugan
Bron: wikimedia commons


De oorlog in 1965 was niet het eerste en zeker ook niet het laatste conflict over Kasjmir.

Hoe dan ook: oorlog brengt leed. Daar had de tekenaar wel weer gelijk in.

dinsdag 6 mei 2025

Niet zo maar een steen

 Lingam, getekend door Pierre Sonnerat, uitgave 1782
Bron: www.delpher.nl

Drie eeuwen geleden stond in de Perzische stad Kombru (Gamru, Gamron) , het huidige Bandar Abbas  een tempel gewijd aan de Indische god Mahadeu. De Italiaanse reiziger Pietro Della Valle die rond 1617-1621 op zijn reis in die stad was, bezocht deze tempel en gaf een beschrijving van de gedaante waarin Mahadeu werd aanbeden, blz 12-15.



Bron: www.delpher.nl

 “....Ter rechte zijde van deze kleine afgoden stond een ander, die niet de gedaante van een mensch had, maar  een witte en ronde steen was, gelijk een cylinder of ronde pijler, beneden een weinig breder, dan boven, en die ront toeliep. Ik vraagde aan deze Sami wat deze steen bediedde, en kreeg tot antwoort dat hij Sri Mahadeu was, een zeer vermaart afgod onder d’Indianen, van de welk de tempel van Kombru, die aan hem gewijd was, de naam voert ; daar hij (om te tonen, gelijk ik acht, dat 'er enige overeenkoming tusschen zijn en onzes geloof, en dat van de Mahometanen was, die daar in gelijk wij spreken) bijvoegde dat hun Mahadeu de zelfde is als onze vader Adam, den welk d’Indianen grote eerbiedigheit toedragen, en van de welk zij geloven dat hij in’t eilant Ceilan heeft gewoont; daar af hun boeken veel vertellingen verhalen, die geheel anders zijn, dan onze historien meebrengen, zo in ’t geen dat de tijt van zijn geboorte en leven aangaat, als ten opzicht van de d’andere omstandigheden die klarelijk aan ons tonen dat dit twee verscheide menschen zijn, en dat zo men Mahadeu voor Adam wil doen deurgaan, dit niet anders is dan een gezochte schijn om met ons gelijk te zijn, en een onkunde van onze verborgentheden. Ik vraagde ook aan hem waarom zij hun Mahadeu op zulk een vreemde wijze en gestalte vertoonden ; daar op hij mij geen andere antwoort gaf, dan dat het een oude gewoonte was, die zij altijt gevolgt hadden....” 


Bron: www.delpher.nl

Della Valle vergelijkt de afbeelding met de spitse en vierkante obelisken van Egypte, “met de welken de cylinders, of ronde pijlers van onze Indianen gelijk waren, daar in geen ander onderscheit was, dan zij ront zijn en aan de gront een weinig breder, dan aan de voet en dat hun uitterste einde eer ront, dan puntig is [….] Dit zijn d'eerste beelden der afgoden, die ik in mijn leven opentlijk als godheden heb zien aanbidden; en ik had groot medelijden met d’onkunde en blintheit deze elendige menschen, de welken deze eer aan hen bewijzen...”

Opvallend is dat de swamy (sami in de beschrijving) toen hij werd gevraagd door Della Valle naar het hoe en waarom van de vormgeving van Mahadeu, zich er van afmaakte met een vaag antwoord, dat het een oude gewoonte was, die ze altijd hadden gevolgd.

Natuurlijk wist de swamy beter, maar deze Shivatempel stond in een Islamitisch land en hij waakte ervoor om met deze verering van de Lingam, een woord dat ik bij Della Valle niet ben tegengekomen, de toorn van de moslims over zijn tempel af te roepen. De Indiërs hadden genoeg ervaring met orthodoxe islamitische heersers die hun tempels en Lingams in Hindoestan hadden verwoest. Verder hadden de de Indiërs ook vaker te maken met de nodige afwijzende oordelen van de Europese christenen over  hun religie in het algemeen en de verering van de lingam in het bijzonder.

 Della Valle beschreef in zijn reisverslag bij diverse gelegenheden het beeld waaronder Mahadeva of Mahadeu werd aanbeden, namelijk als een gladde ovale steen, een cylinder, pijler of paalsteen. Het woord Lingam gebruikte hij nergens.

Della Valle was in 1623-1624 in India.

Blz.82-83 Onderweg van Suratte (Gujarat) naar Ahmedabad, vlak na vertrek uit Kambye (Khambat)  bezocht Della Valle een Shivatempel.


Bron: www.delpher.nl

“…en een weinig voortgetrokken bezagen daar een tempel van Mahadeu, die daar zeer vermaart was. Het gebou daar af was klein, en van weinig aanzien; en men zag daar in geen ander afgod, dan die van Mahadeu, die niets anders is, dan een kleine pijler van steen, gelijk ik van Kombru in Persien schrijvende, daar ik dezelfde d’eerste maal zag, de zelfde vertoont zich beneden dikker dan boven en altijt enger opgaande, en die altijt in ’t ront eindigt. Doch het zij dat het zij ’t welk zij met deze pijler willen vertonen, ’t is zeker dat de naam van Mahadeu eigentlijk in hun taal Grote God betekent. Maar zekere lantslieden, die wij dicht daar bij vonden, ontstaken groot vermaak in ons door hun verhaal van deuchden van deze afgod, die zij wonderlijk geloofden te zijn. Zij vertelden van hem, dat hij onder zijn andere wonderdaden dagelijks nog groter wierd; en verzekerden ons dat dit beelt over veel jaren niet hoger dan een span was, en toen twee of misschien drie spannen hoogte had, en dat het dus dagelijks toenam; zeker, een ongerijmtheit, die men niet geloven kan, 't en waar men zo zot was, als zij.

De spottende reactie van Della Valle en zijn gezelschap op het verhaal van de groeiende lingam zal de Indiërs zeker niet zijn ontgaan. Della Valle als goed Rooms-Katholiek, toch bekend met de beelden- en reliekenverering en de nodige wonderen die in zijn geloof aan sommige beelden en relieken werden toegeschreven,  kon zich daarentegen niet vinden in vergelijkbare verering en wonderen in een andere religie.

 Beschrijving van yogi’s in en bij een Shivatempel in Ahmedabad


Bron: www.delpher.nl

“....Men zag dan veel van deze Gioghi in de tempel bij d’afgoden, bij dewelken, of te minsten bij degenen die in de holligheden des tempels geplaatst waren, men veel waskaerssen, en een grote menigte van lampen onsteeken had. Deze afgoden waren niets anders, dan twee stenen van middelmatige hoogte, gelijk twee paalsteenen, met hun gewone verwen geschildert. Ter rechte zijn van deze afgoden was een steen, op de welk men een beeltenis uitgesneen had, en aan hun slinke zijde een andere steen, van de gewone gestalte eens pijlers, daar zij, gelijk ik meermaals gezegt heb, gewent zijn Mahadeu te vertonen. Maar voor alle deze gestalten stond een ander gedaante van Mahadeu van kristal* gemaakt, aan welks voet zij hun offeringen doen, die nergens anders in bestaan, als in melk, olie, rijs en in andere diergelijke dingen. De Gioghi die voor een week in de tempel waren, deden aan de genen, die ‘er inquamen geschenken van deze bloemen, dewelken rondom deze afgoden verspreid lagen; daar af zij veel gelts kregen, ’t welk de genen, die daar uit godvruchtigheit quamen, aan hen schonken”

*Een kristallen lingam 

 Ook een andere schrijver Jean Baptiste Tavernier, beschreef de Lingam als een ovaalsteen. Tavernier reisde tussen 1638-1668 meerdere keren naar India

Beschrijving door Tavernier
Bron : www.delpher.nl

Vijfde Hooftdeel : Van ’t geloof der afgodendienaars zo veel de Godheit aangaat

“Hoewel d’ afgodendienaars in d’Indien de zelfde eerbewijzingen, die men aan de ware Godheit alleen schuldig is, aan ’t schepsel bewijzen, gelijk aan de koe, aan d’aap, en aan verscheide gedrochten, zo is het echter zeker dat zij een enig oneindig almachtig en alwijs Schepper van hemel, en van  aarde, en die door zijn tegenwoordigheit alles vervult, erkennen. Zij noemen hem in enige plaatsen Permesser* in anderen Paermaël*, gelijk omtrent de kust der Malabaren, en Wistnou in de taal der Braminen, die de kust van Koromandel bewonen. Dewijl zij misschien hebben horen zeggen dat de kringsche gestalte de volmaaktste van alle gestalten is, zo hebben, zo hebben zij getracht dit te verbeteren, met te zeggen dat God van een ovaalsche gestalte is; en om deze reden hebben zij gemenelijk in hun Pagoden een ovaalsteem, die zij van de Ganges meebrengen, en die zij als God aanbidden. Zij zijn zo vast aan deze dwaze inbeelding, dat de wijsten zelven onder de Braminen van geen redenering daar tegen willen horen. Men moet zich dan niet verwonderen van dat een volk, ’t welk zo quade leidlieden heeft, tot zulke grote en gedrochtelijke afgodendienst vervalt. Daar is een Kaste of Stam zo waangelovig in dit stuk, dat de genen, die van dit volk zijn, van deze ovaalsteentjes aan de hals hebben hangen, en daar mede tegen hun borst slaan, terwijl ze hun gebed doen”.

*De naam Permesser is Parameshwara in dit geval gebruikt voor Vishnu. Paermaël is Vishnu Parumal

Zowel Della Valle als Tavernier schreven geen woord over de oorsprong en betekenis van de “Ovaalsteen”.