Ding 21 Archief 2.0 en de toekomst van archieven
Het manifesto 2.0. komt op mij nogal ambitieus en dwingend over als ik lees wat ik allemaal zal gaan en zal moeten doen. Ik … , ik …, ik … ik... Een archivaris echter werkt in een organisatie samen met collega’s en verkeert tijdens de werkprocessen permanent in een staat van wederzijdse afhankelijkheid met deze collega’s om de informatie uit de archieven bij het publiek te krijgen.
Ik ga er vanuit dat het toch nodig zal zijn dat je met de collega’s van je dienst afstemt hoe je onderstaande verklaring uit het manifest in de praktijk vorm geeft.
“Ik vermijd dat gebruikers eerst thuis moeten raken in de terminologie en systematiek van de archivaris, maar geef diensten zo vorm dat die een weerspiegeling zijn van voorkeuren en verwachtingen van gebruikers”
Hoe kunnen we vooruit weten wat de voorkeuren en verwachtingen van de gebruikers zijn? Constant loeren op sociale sites, en eindeloos chatten, terwijl er nog kilometers aan papier ligt om door middel van tijdrovende werkprocessen geschikt gemaakt te worden voor al die prachtige nieuwe media? Een zekere taakverdeling over de medewerkers binnen een archief van de verschillende activiteiten die de archivaris 2.0 zou moeten ondernemen lijkt mij geen overbodige luxe.
Ik zou me kunnen voorstellen dat onderdelen van dit manifest voor mij van toepassing zouden kunnen zijn in mijn werkzaamheden, maar zeker niet het gehele manifest. Maar dit klinkt zeker naar ketterij?
Eigenlijk is het bovenstaande niet nieuw. De afgelopen 30 jaar zijn mijn collega’s en ik niet anders bezig geweest met het implementeren van nieuwe technologieën in ons werk, denk maar aan computers en programma’s. Ik herinner mij nog de tijd dat je handgeschreven brief naar de typiste moest, daarna kreeg je zelf een typetoestel en wat een ellende om steeds met typex de fouten eruit te halen. Ik was heel blij met de computer. Al 30 jaar lang leer ik door mee te gaan in de technologische ontwikkelingen in mijn werk, en denk ik na over hoe het materiaal onder de aandacht te brengen van het publiek. De oude vormen: artikelen, lezingen, presentaties en cursussen worden nu aangevuld door de mogelijkheden van internet. Ik sluit me aan bij bovenstaande opmerking dat ik zelf zal moeten bepalen welke technologie zinvol is voor de uitoefening van mijn werk
De omgang met de sociale media en de positie van de archivaris daarin zou ook een onderdeel moeten zijn van een beleidsplan van de organisatie waar men werkt.
Archiefdiensten zijn een onderdeel van de overheid en over de overheid en de nieuwe media stond gisteren een interessant stuk interessant artikel in de Volkskrant
Geen opmerkingen:
Een reactie posten