Abraham Rogerius dominee in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie woonde van 1633 bijna 10 jaar in India. Hij schreef een boek over de streek waar hij woonde, de gebruiken en de godsdienst. Hij kon Sanskriet lezen en vertaalde teksten uit deze taal naar het Nederlands. Natuurlijk bekeek hij de Indiërs met zijn christelijke bril, maar probeerde alle kennis die hij vergaarde in een breder perspectief te plaatsen door middel van vergelijkingen met de Grieken, Romeinen, Egyptenaren, kortom alle bekende oude beschavingen, waardoor het ook leest als een soort vergelijkende antropologie.
In 1647 keerde hij terug naar Nederland. Rogerius overleed in 1649. Zijn boek werd postuum uitgegeven in 1651. Het werk is goed leesbaar door zijn heldere en directe schrijfstijl, maar helaas niet voorzien van illustraties. De lezer moet het doen met de plaatjes op de titelpagina. Een aantal afbeeldingen op de titelpagina, refereren aan zaken die hij beschrijft, zoals de boetedoeningen van yogis of religieuze processies
![]() |
Titelpagina |
![]() |
detail van de titelpagina Links boetedoening door yogi's Midden tempel met Ganesha beeld Bron: www.delpher.nl |
![]() |
detail van de titelpagina Links yogi's, rechts een crematie Bron: www.delpher.nl |
![]() |
detail van de titelpagina Rechts een processie met godenbeeld Bron: www.delpher.nl |
![]() |
detail van de titelpagina Processie met een tempelwagen Bron: www.delpher.nl |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten