In verband met de afschaffing van de slavernij in Suriname op 1 juli 1863 werd een administratie aangelegd over het aantal te emanciperen slaven en hun eigenaren om de compensatie aan de laatsten te bepalen, de z.g. borderellen. Daarin werd de waarde van de vrij te maken slaven vermeld, evenals hun eigenaren (plantages en particulieren)
In het borderel van de koffieplantage “De Dankbaarheid” in
het district Saramacca vond ik een handgeschreven verklaring opgesteld door
mijn betovergrootvader (Henri Karel) William Nielo.
Nielo was de gezagvoerder van deze plantage ten behoeve van
zijn analfabete schoonmoeder Elisabeth van Bruijning, eigenares van de deze plantage en weduwe van William Elder jr. Elisabeth was zelf ook in slavernij geboren, maar al op heel jonge leeftijd vrijgekocht.
Uit deze verklaring blijkt dat op “De Dankbaarheid” 14 Slaven
werkten die van andere plantages, namelijk plantage Anna’s Zorg, St.
Eustatius, en ook van diverse particuliere
eigenaren waren gehuurd.
Verklaring geschreven door Nielo over de op de Dankbaarheid werkzame slaven |
De borderellen zijn gedigitaliseerd en kunnen worden
geraadpleegd in het Nationaal Archief, 2.02.09.08 Inventaris van het Archief
van de Algemene Rekenkamer : Comptabel Beheer, inventarisnummers 223-248,
Stukken tot opheffing van de slavernij
in West-Indië, 1863
Geen opmerkingen:
Een reactie posten