De laatste levensjaren van mijn overgrootvader James Resida (1862-1923) waren getekend door familiedrama’s
In de voorgaande postschreef ik over de verdrinkingsdood van zijn zoon
James Hendrik in augustus 1921.
Op 2 februari 1922 trouwde zijn zoon Julius James Resida (1888-1944) met Emilia Wilhelmina Magdalena Buttner.
Bron : www.delpher.nl |
Een week na het huwelijk werden de jonggehuwden op 10 februari door een vreselijke ramp getroffen
De bij het gezin Resida werkzame bediende mevr.
Maria Astrea Pique-Veldt wilde bij het koken brandspiritus uit een kerosineblik bijgieten
in een brandend spiritustoestel. De zaak ontplofte en mevr. Pique rende gehuld in vlammen naar mevr. Resida-Buttner. Deze probeerde Maria te helpen,
maar ook haar kleding vatte vlam en ze rende in paniek naar buiten. Inmiddels
stond de bovenwoning in lichterlaaie.
Pas na het blussen ontdekte men het verkoolde lichaam van de
bediende in het huis. Het echtpaar Resida-Buttner bewoonde de bovenwoning. De
benedenwoning (bewoond door een onderwijzer) werd door het blussen gespaard,
maar inboedel en boeken gingen verloren door waterschade en diefstal. Ook
aangrenzende panden leden schade.
De echtgenote van Julius James Resida werd met brandwonden
in het ziekenhuis opgenomen. Uiteindelijk herstelde ze. Voor de bewoners van
het getroffen adres in de Groote Dwarsstraat werd een inzameling georganiseerd en een benefietfeest gepland. Opmerkelijk genoeg werd er niets georganiseerd voor de familie van de omgekomen bediende.
De kranten deden uitgebreid verslag van dit gruwelijke drama.
Bron : www.delpher.nl |
Bron : www.delpher.nl |
Bron : www.delpher.nl |
Bron : www.delpher.nl |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten